Brief aan staatssecretaris: compenseer pleeggezinnen voor gestegen kosten
21 oktober 2022 om 15:00 3 reacties
Pleeggezinnen worden geraakt door de stijgende prijzen, maar vallen buiten de boot bij een aantal belangrijke aangekondigde koopkrachtmaatregelen. Om hen te compenseren voor de gestegen energiekosten en kosten voor levensonderhoud, zijn twee specifieke maatregelen nodig: het aanpassen van de indexering van de pleegvergoeding en een ruimere vergoeding van gemaakte kosten volgens de regeling bijzondere kosten pleegzorg. Dat schrijven we vandaag in een brief aan staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid.
De afgelopen tijd ontvangen we veel signalen van bezorgde pleegouders dat ze buiten de compensatieregelingen vallen. Zo wordt bijvoorbeeld het kindgebonden budget in 2023 verhoogd om gezinnen te steunen, maar pleeggezinnen hebben geen recht op deze toeslag voor hun pleegkind(eren). En bij het vaststellen van het energieplafond is uitgegaan van de grootte en het energieverbruik van een gemiddeld gezin. Het merendeel van de pleeggezinnen is echter groter dan gemiddeld, omdat er ook één of meerdere pleegkinderen in het gezin wonen.
Ook geven pleegouders aan dat zij geconfronteerd worden met een hoger energieverbruik omdat zij een zorgintensief pleegkind hebben: voor sommige pleegkinderen is een hogere temperatuur noodzakelijk of ze hebben een elektrische rolstoel of ander hulpmiddel dat veel energie gebruikt. Ook werkt een deel van de pleegouders minder zodat ze meer thuis zijn om voor een pleegkind te zorgen. Niet alleen profiteren zij hierdoor minder van de verlaging van de belasting op arbeid per 1 januari 2023; meer thuis zijn leidt ook tot een hogere energierekening.
Compensatie pleeggezinnen via pleegvergoeding
De pleegvergoeding wordt ieder jaar op 1 januari geïndexeerd op basis van het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindex ‘alle huishoudens’ van de maand juli in de twee voorgaande jaren. De indexering loopt dus al ten minste een half jaar achter op de prijsstijgingen. Nu de inflatie ongekende hoogten bereikt, is een jaarlijkse indexering gebaseerd op verouderde gegevens volstrekt onvoldoende om de kostenstijgingen bij te benen. Dat heeft een negatief effect voor pleegouders dat bovendien een heel jaar doorloopt.
Daarom vragen we voor de korte termijn om bij het vaststellen van de indexering per 1 januari 2023 ook rekening te houden met de kostenontwikkelingen in de periode na 1 juli 2022. De indexering van de pleegvergoeding zou 10% zijn, maar juist in de maanden na 1 juli zijn de prijzen sterk gestegen. Een indexering van 15 tot 20% zou daarom passender zijn.
Daarnaast stellen wij voor om de pleegvergoeding in de toekomst beter aan te laten sluiten bij de reële prijsstijgingen. Dat kan door de Regeling Jeugdwet aan te passen en de pleegvergoeding voortaan twee keer per jaar te indexeren. Voor de indexering van de pleegvergoeding kan hierbij dezelfde methode gebruikt worden als voor de kinderbijslag – wat overigens ook een regeling is waarop pleegouders geen aanspraak kunnen maken voor hun pleegkinderen. Voor kinderbijslag geldt dat het bedrag twee keer per jaar, in januari en in juli, geïndexeerd wordt op basis van het prijspeil van drie maanden eerder. Door dit principe ook toe te passen voor de pleegvergoeding, blijft de hoogte van de vergoeding meer in de pas met de reële kostenstijgingen waarmee pleeggezinnen geconfronteerd worden.
Naast de aanpassing van de pleegvergoeding is het ook nodig om kosten die niet onder de pleegvergoeding vallen snel, volledig en ruimhartig te vergoeden. Deze kosten worden vergoed vanuit de regeling voor bijzondere kosten pleegzorg. Pleegzorgorganisaties beslissen welke kosten hieronder vallen en in hoeverre zij deze kosten vergoeden. Ook deze kosten stijgen, maar de maximumbedragen die pleegzorgorganisaties vergoeden stijgen niet mee. Het is voor pleegouders niet altijd eenvoudig om gemaakte kosten (volledig) vergoed te krijgen. Waar er eerder in veel pleeggezinnen nog ruimte was om deze kosten op te vangen, beperken de stijgende kosten deze ruimte.
Een voorbeeld van kosten die onder de regeling bijzondere kosten pleegzorg vallen, zijn reiskosten die pleegouders maken voor de bezoekregeling met de ouders van het pleegkind. De pleegvergoeding dekt deze noodzakelijke kosten ten dele. De werkelijk gemaakte kosten worden niet altijd of slechts deels vergoed als bijzondere kosten. De reiskosten stijgen als gevolg van hogere brandstofprijzen, terwijl de maximale vergoeding nog steeds 0,19 euro per kilometer is. Kosten die niet vergoed worden, zijn voor rekening van het pleeggezin.
Laat financiën geen belemmering voor pleegzorg zijn
Pleegouders zorgen vrijwillig voor een pleegkind en dat zou hen geen geld moeten kosten. Voorkom dat financiën een belemmering gaan vormen, want pleegouders zijn onmisbaar in het jeugdhulpstelsel dat piept en kraakt en al met genoeg problemen te kampen heeft. Aanpassing van de indexering van de pleegvergoeding en een ruimhartige toepassing van de regeling bijzondere kosten helpen daarbij, op korte en op langere termijn. Dit voorkomt ook dat financiële onzekerheid aspirant pleegouders afschrikt: geld moet geen reden zijn om te twijfelen over het pleegouderschap, zeker niet aangezien er al een groot tekort aan pleeggezinnen is.
Lees hier de volledige brief die we aan staatssecretaris Van Ooijen hebben gestuurd:
Wil je met ons delen wat jij merkt van de gestegen kosten, heb je een vraag of wil je reageren op de brief? Neem dan contact op met de helpdesk. We helpen je graag verder.
Reacties
-
Even even reactie . Wanneer de pleegkinderen ouder worden zitten ze meer in hun eigen kamer, maken huis werk spelen en chillen het liefste op hun eigen kamer. Gebruiken computers en hebben een telefoon die opgeladen moet worden.We willen graag spaargeld opzij zetten voor dure studies welke ze niet van grootouders of ouders kunnen krijgen.
Fijn een reactie van uw kan om hier aandacht aan te geven.
Hartelijk dank. Fam van der Hoek met pleegkind van 11 jaar. Ook zo lang in ons gezin . -
Het klopt wij hebben onze kleindochter in huis en de kosten lopen echt op.
De verwarming, het eten, naar school, kleding ontspanning, het kost allemaal heel veel geld zij is nu 15 jaar en zit op de MBO, bussen die staken.
Ze heeft nu gratis een OV maar niet in de vakanties, dan kost reizen best duur, als de bussen staken moeten we haar wegbrengen, met de auto is het een half uur rijden. Dus reken maar uit dit is al verschillende keren gebeurd.
Ik kan nog best door gaan.
We zijn wel heel blij dat we haar een geborgen plek kunnen geven.
Maar financieel zou het fijn zijn als daar rekening mee wordt gehouden -
Als grootouders met sociale uitkering zorgen we met veel plezier voor onze kleindochter van 12 jaar oud.
Kosten zijn de laatste tijd erg gestegen en ons streven dat ze net als haar leeftijdsgenootjes aan alles mee moet kunnen doen is nu wel erg moeilijk te realiseren.