Maximaal uurtarief kinderopvangtoeslag wordt in 2026 bevroren 

Het kabinet wil in 2026 de maximum uurtarieven voor kinderopvangtoeslag eenmalig niet indexeren. Dit betekent dat de uurprijs niet zal worden aangepast aan de prijsontwikkelingen (inflatie) van het vorige jaar. Het is mogelijk om kinderopvangtoeslag aan te vragen tot het tarief van de maximum uurprijs, maar in de praktijk liggen de uurprijzen van de kinderopvang vaak veel hoger. Het verschil komt voor rekening van de (pleeg)ouder zelf. De verwachting is dat de daadwerkelijke uurprijzen van de kinderopvang de komende jaren zullen blijven stijgen. Door het niet indexeren van de maximum uurprijs, zal de eigen bijdrage naar verwachting in 2026 dus in de meeste gevallen toenemen. Het kabinet is van mening dat de effecten voor (pleeg)ouders beperkt blijven door het voornemen om een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% voor alle ouders in te voeren.  

(Pleeg)ouders met de laagste inkomens zullen van deze inkomensafhankelijke vergoeding niet of minder profiteren, doordat zijn nu ook al een hoog percentage kinderopvangtoeslag ontvangen. Deze groep zal naar verwachting het hardst getroffen worden door het niet indexeren van de maximumtarieven. 

De NVP vindt het bovendien zorgelijk dat het voorstel om niet te indexeren al ter consultatie voorligt, terwijl het inkomensonafhankelijk maken van de kinderopvangtoeslag slechts een voornemen is. Naast de vraag of het plan überhaupt door zal gaan is de verwachting dat dit in ieder geval niet voor 2027 in zal gaan. 

Onderzoek naar kosten kinderopvang pleegouders 

Nog steeds krijgt onze helpdesk signalen binnen van pleegouders die een groot deel van de kosten voor de kinderopvang zelf betalen. Dit gaat in tegen het idee dat het pleegouders geen geld zou moeten kosten om pleegzorg te kunnen bieden. 

In 2023 werd een motie aangenomen waarin de regering werd gevraagd om met gemeenten en aanbieders te overleggen over oplossingen voor de kosten die pleegouders maken voor kinderopvang. In de motie van Den Haan, Mohandis, Westerveld en Van der Staaij spreekt de Kamer uit dat ‘pleegzorg pleegouders geen geld zou mogen kosten’. Ook benadrukken ze dat het niet mag afhangen van de gemeente waar pleegouders wonen of ze een vergoeding voor kinderopvang krijgen. 

Uit onderzoek van de NVP en LOPOR bleek eerder dat jaar dat pleegouders een groot deel van de kosten voor kinderopvang zelf betaalden. Voormalig staatssecretaris Van Ooijen gaf toen aan dat hij deze kosten en de vergoedingen die pleegouders krijgen voor de kinderopvang verder wilde onderzoeken.  

Eind mei 2024 werd het onderzoeksrapport ‘Kosten Kinderopvang Pleegouders’ gepubliceerd. Je vindt het onderzoek hier.  

Ipsos I&O voerde, in opdracht van het Ministerie van VWS, een representatief onderzoek uit naar kenmerken van de pleegouders die kosten maken voor de kinderopvang. Ook onderzochten ze de hoogte van de kosten zelf.Uit het onderzoek kwam onder andere naar voren dat zo’n 46% van de pleegouders gebruikmaakt van een vorm van kinderopvang. Ook werd geconcludeerd dat pleegouders gemiddeld €213 per maand zelf betalen voor de kinderopvang van hun pleegkind. Daarnaast stelt het onderzoek: “Pleegouders vinden het ingewikkeld en oneerlijk dat voor vergoedingen anders dan de kinderopvangtoeslag en pleegzorgvergoeding veel afhangt van de gemeente waar je woont en de pleegzorgaanbieder waarbij je bent aangesloten. Dit is volgens pleegouders van invloed op de vergoedingen waar je recht op hebt, zoals de bijzondere kosten, en ook wat de hoogte is van deze vergoedingen. Pleegouders geven aan dat ze behoefte hebben aan een landelijke en uniforme aanpak, maar ook ondersteuning om hen te helpen vergoedingen en toeslagen aan te vragen.” 

De NVP is blij dat er meer onderzoek is gedaan naar de kosten die pleegouders moeten maken voor de kinderopvang. We hopen dat dit onderzoek bij zal dragen aan een passende oplossing.

Dit bericht is onder andere tot stand gekomen op basis van https://nos.nl/l/2530227, met dank aan Thirza van der Ree en Ingrid Paulussen